Heb je wel eens geprobeerd een stuk in de krant te krijgen? Redacties van kranten, tijdschriften, websites en rtv-rubrieken worden overstelpt met persberichten en ingezonden brieven. Maar goed getimede, originele en publieksgerichte bijdragen aan het debat zijn schaars.
Met dit boek in de hand leer je hoe je op een effectieve wijze kunt deelnemen aan het publieke debat. Je maakt kennis met het debat en de media. Je leert hoe je in vier stappen in de krant (of op radio en tv) kunt komen.
De uitgave is ontstaan uit een jarenlange trainingspraktijk met groepen wetenschappers, deskundigen en communicatieprofessionals die meer willen dan alleen een persbericht sturen naar de media.
De winkelprijs van het boek bedraagt 15,40 euro. Bij bestelling via deze website is deze prijs inclusief BTW en verzendkosten.
Opiniestuk De Gelderlander 15 december 2006
Huub ter Haar
Wetenschap schittert door afwezigheid in publiek debat
Wetenschappers hullen zich in het publieke debat nog veel te vaak in stilzwijgen. Dat is voor de samenleving en de wetenschap onwenselijk, meent Huub ter Haar.
Wetenschappers zijn bij uitstek in staat om ordening aan te brengen in de hedendaagse kluwen van snelle statements en hele en halve nieuwsfeiten. Wat moeten burgers bijvoorbeeld denken van de eis van de SP om de marktwerking in de zorg terug te draaien? Deze discussie is complex. Een goede ordening van feiten en een belangeloze afweging is dan ook zeer welkom.
De situatie is echter zorgwekkend. De meeste wetenschappers leven en werken in een ivoren toren. Ze hebben hun redenen om afzijdig te blijven, bijvoorbeeld omdat ze een nogal eenzijdig professioneel zelfbeeld koesteren. Ze vinden popularisering niet zo nodig als je echt goed bent in je vak. De waardering van collega’s is veel belangrijker dan van het publiek. Veel wetenschappers gruwen van het etiket van ‘mediahoer’.
Angst om de eigen positie te schaden weerhoudt ook veel wetenschappers van actieve deelname aan het publieke debat. Zo schreef een medisch specialist een aanklacht tegen het beleid van minister Hoogervorst van volksgezondheid. Hij hekelde het beleid omdat het vooral op economische gronden gebaseerd zou zijn. De dokter leverde het stuk in bij de krant en voelde zich toen weer als de jongen van acht dat aan het vissen was. Hij was bang om een snoek te vangen. Stel je voor dat hij een snoek aan de haak kreeg. Wat moest hij dan doen? Stel je voor dat zijn stuk in de krant kwam, wat zouden dan de gevolgen zijn? Zijn kritiek kon zijn carrière wel eens beschadigen ...
Menig wetenschapper, tenslotte, mijdt ook het publiek debat, omdat de man of vrouw zich niet helder kan uitdrukken voor een groter publiek. Vakjargon, saaie taal en onbegrijpelijke redeneringen zijn vaak grote drempels om met de samenleving in gesprek te geraken.
Het is duidelijk. De kloof tussen wetenschappers en het publiek is groot.
Het hoger onderwijsbeleid van de laatste decennia heeft die afstand ook nog eens vergroot. Aan de ene kant eist de publicatiedruk - om te scoren in de eigen vakbladen - veel aandacht op. Succes of falen hangt direct af van de punten die je hiermee behaalt. Deze druk gaat ten koste van het intellectuele vermogen tot kritisch denken en moreel oordelen. Dat vermogen verwerven kost namelijk tijd en die krijgt de wetenschapper daar niet meer voor. De Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschap vermeldt wel dat wetenschappers verplicht zijn kennis te delen met de maatschappij, maar de plicht om een morele afweging te kunnen maken vermeldt deze wet niet.
Aan de andere kant moet het wetenschappelijk bedrijf meer en meer voldoen aan de eisen van de markt. De overheid en het bedrijfsleven verwachten innovatieve toepassingen om snel te kunnen vermarkten, in dienst van de economische groei en de werkgelegenheid. Deze functionele en economische visie op wetenschap gaat ook weer ten koste van zuiver inhoudelijke afwegingen en een intellectuele houding. Het beleid van wetenschappelijke instellingen zit daarmee in een spagaat. Dat is niet alleen nadelig voor de samenleving, maar ook voor de instellingen zelf.
Een publiek debat over bijvoorbeeld nanotechnologie leidt tot een brede en open afweging over de mogelijkheden en grenzen van deze nieuwe technologie. Zo groeit het draagvlak en de maatschappelijke waardering. Daarmee kan de toekomst van deze nog jonge tak van wetenschap veilig worden gesteld. Dat is in het belang van de wetenschap én van de samenleving.
Hoe lukt het wetenschappers dan wel om hun inzichten zodanig te vertalen en aan te bieden, dat ze de samenleving en de eigen sector tot voordeel dienen?
De hogere onderwijsinstellingen zijn hiervoor aan zet. Zij moeten en kunnen de kloof tussen wetenschap en het publiek verkleinen. Zij doen er goed aan om het maatschappelijk publiceren aanzien en waardering te geven en hun medewerkers structureel te ondersteunen om goed toegerust aan het publieke debat deel te nemen.
Huub ter Haar is communicatiestrateeg en trainer.